Ons laatste Nieuws


Bekijk alle nieuwsberichten op farmaactueel.nl 


29 okt

Meer gebruikers vitamine D in achterstandswijken

Bewoners in achterstandswijken hebben een hoger geneesmiddelengebruik dan inwoners van welgestelde wijken. Ook zijn er sterke verschillen tussen diverse geneesmiddelengroepen. Zo zijn er in achterstandswijken naar verhouding bijna twee keer zo veel gebruikers van vitamine D dan in welgestelde wijken.

Geneesmiddelgebruikers die in achterstandswijken wonen, gebruiken meer receptplichtige pakketgeneesmiddelen dan geneesmiddelgebruikers in welgestelde wijken. Gemiddeld gebruikt een inwoner van een achterstandswijk 3,5 geneesmiddelen. In een welgestelde wijk komt dat gemiddelde uit op 2,9. In achterstandswijken gebruikt 38% van de geneesmiddelgebruikers slechts één geneesmiddel. In welgestelde wijken is dat met 43% iets meer.
Om de wijk te kwalificeren heeft SFK gebruikgemaakt van de sociaal-economische status (SES). Deze status berekent het Sociaal Cultureel Planbureau aan de hand van opleiding, inkomen en beroepsstatus van de inwoners van een wijk. Op basis van deze SES-score deelde de SFK alle Nederlandse wijken in tien groepen in. Eén SES-groep bestaat daardoor uit ongeveer 350 Nederlandse wijken.
De groep met de laagste SES-scores typeert de SFK als ‘achterstandswijken’, de groep met de hoogste score typeert de SFK als ‘welgestelde wijken’. Om een eerlijke vergelijking te kunnen maken tussen beide SES-groepen, corrigeerde de SFK voor leeftijd en geslacht.

Verschillen

Uit de top 10 met grootste verschillen in gebruikers tussen achterstandswijken en welgestelde wijken valt de groep vitamine D op. Op iedere duizend apotheekbezoekers in een achterstandswijk, zijn er 78 die vitamine D gebruiken. Dat is naar verhouding ruim 80% meer dan het aantal gebruikers in een welgestelde wijk. Een ander groot verschil is te zien bij het gebruik van biguaniden. In Nederland is uit deze groep met antidiabetesmiddelen alleen metformine beschikbaar. Het aandeel gebruikers dat de apotheek bezoekt voor metformine is in wijken met een lage SES bijna 80% hoger dan in wijken met een hoge SES. In de top 10 komen uitsluitend geneesmiddelengroepen voor die vaker in achterstandswijken worden gebruikt. Corticosteroïden voor nasaal (R01AD) gebruik bij rinitis vallen maar net buiten deze top 10. Bij deze groep ligt het aantal gebruikers in welgestelde wijken juist 15% hoger dan in achterstandswijken.

Figuur 1: Top 10 grootste verschillen in geneesmiddelgebruikers met een hoge en lage sociaal-economische status (SES), per 1000 apotheekbezoekers.

 Geneesmiddelgroep (ATC4) hoge SESlage SES

verschil    

verschil %
1 Protonpompremmers (A02BC) o.a. omeprazol 97 132 35 36%
2 Vitamine D (A11CC) o.a. colecalciferol 37 68 30 81%
3 Cholesterolverlagers (C10AA) o.a. simvastatine 94 120 26 27%
4 Biguaniden (A10BA) metformine 29 52 23 78%
5 Propionzuurderivaten (M01AE) o.a. ibuprofen 66 88 22 34%
6 Selectieve beta-blokkers (C07AB) o.a. metoprolol 67 88 20 31%
7 Overige opioïden (N02AX) o.a. tramadol 33 50 18 55%
8 Glucocorticoiden (H02AB) o.a. prednisolon 41 56 15 37%
9 Azijnzuurderivaten (M01AB) o.a. diclofenac 88 103 15 17%
10 Trombocytenagg. remmers (B01AC) o.a. acetylsalicylzuur 62 76 15 24%

Protonpompremmers worden naar verhouding meer gebruikt in achterstandswijken



 

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Blijf op de hoogte

Wilt u altijd op de hoogte blijven van de laatste veranderingen en nieuws over Farma-actueel? Vraag de nieuwsbrief aan door uw e-mailadres hieronder in te vullen.